BNB 1994/291
HR, 02-03-1994, nr. 29 339
HR 02-03-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC5603, m.nt. E. Aardema
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 maart 1994
- Magistraten
Stoffer; Urlings; Zuurmond; Herrmann; Fleers
- Zaaknummer
29 339
- Noot
E. Aardema
- LJN
ZC5603
- JCDI
JCDI:ADS887271:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC5603, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑03‑1994
- Wetingang
Art. 24 Wet IB 1964
Samenvatting
Voordeel dat BV voor zichzelf had kunnen verwerven en aan haar groot-aandeelhouders heeft afgestaan; winstuitdeling
Belanghebbende en zijn echtgenote zijn de apothekers, bedoeld in het hiervoor in BNB 1994/290* opgenomen arrest, die ieder een apotheek drijven in de vorm van een BV. Alle aandelen daarin worden gehouden door Holding A BV, waarvan de echtgenoten ieder voor 50% aandeelhouder zijn. Samen met andere apothekers hebben zij in 1984/85 middellijk - via Holding C BV - een 100%-belang genomen in een groothandel in farmaceutische produkten, B BV. Hun participaties daarin werden in privé gehouden. Na verkoop heeft belanghebbende in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.