BNB 2003/349
Hondenbelasting. Waakhond. Mededeling gronden boete
HR 05-09-2003, ECLI:NL:HR:2003:AJ0527, m.nt. Van Leijenhorst
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 september 2003
- Magistraten
Korthals Altes; Monné; Amersfoort, van; Oven, van; Maanen, van
- Zaaknummer
37 784
- Conclusie
A-G mr. Ilsink
- Noot
Van Leijenhorst
- LJN
AJ0527
- JCDI
JCDI:ADS888689:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AJ0527, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑09‑2003
Conclusie, Hoge Raad (Parket), 14‑01‑2003
- Wetingang
Art. 67g, tweede lid, AWR; art. 226 Gemeentewet
Essentie
Hondenbelasting. Waakhond. Mededeling gronden boete
Samenvatting
Belanghebbende is veehouder en stelt dat voor de door hem gehouden hond geen hondenbelasting kan worden geheven omdat het een waakhond is. Gelijktijdig met de aanslag hondenbelasting is hem een even hoge boete opgelegd.
HR: De opvatting dat ter zake van het houden van een waakhond geen hondenbelasting kan worden geheven, vindt geen steun in het recht.
Het voorschrift van art. 67g, tweede lid, AWR, dat belanghebbende uiterlijk op het tijdstip van oplegging van de boete in kennis moet worden gesteld van de gronden waarop de oplegging van de boete berust, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.