BNB 2004/344
Heffingsbevoegdheid over ontslagvergoedingen
HR 11-06-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AF7812, m.nt. Prokisch (juni-ontslagvergoeding)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 juni 2004
- Magistraten
Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Lourens; Bavinck; Berge, van den
- Zaaknummer
37 714
- Conclusie
A-G mr. Wattel
- Noot
Prokisch
- LJN
AF7812
- Roepnaam
juni-ontslagvergoeding
- JCDI
JCDI:ADS253716:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Loonbelasting (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AF7812, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑06‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AF7812, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 11‑06‑2004
- Wetingang
Art. 15,§ 1, 2, 16, § 2, Overeenkomst Nederland-België 1970; art. 16, eerste en tweede lid, Belastingverdrag Nederland-Luxemburg 1968
Essentie
Heffingsbevoegdheid over ontslagvergoedingen
Samenvatting
Belanghebbende is in 1985 in dienst getreden bij A BV, gevestigd in Nederland en behorend tot het
A-concern. Tot 1 januari 1992 werkte hij uitsluitend in Nederland. In 1992, 1993, 1996 en 1997 werkte hij uitsluitend in België en Luxemburg voor een in België gevestigde vennootschap van het concern, A België. Hij werd ook benoemd tot bestuurder van A België. In 1994 en 1995 werkte hij een aantal maanden in Nederland voor A BV en een aantal maanden in België en Luxemburg voor A België. Belanghebbende bleef na 1992 wonen in Nederland. A BV heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.