BNB 2005/155
Boete bij herhaalde niet-tijdige betaling van omzetbelasting. De boetebeschikking voor het tweede verzuim bereikt belanghebbende pas na het begaan van het derde verzuim. Dat derde verzuim wordt dan voor de boetebepaling aangemerkt als een tweede verzuim
HR 04-02-2005, ECLI:NL:HR:2005:AS4905, m.nt. M.W.C. Feteris
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 februari 2005
- Magistraten
Putt-Lauwers, van der; Vliet, van; Lourens; Bavinck; Berge, van den
- Zaaknummer
39481
- Noot
M.W.C. Feteris
- LJN
AS4905
- JCDI
JCDI:ADS888923:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AS4905, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑02‑2005
- Wetingang
Art. 67c AWR; par. 23 BBBB 1988
Essentie
Boete bij herhaalde niet-tijdige betaling van omzetbelasting. De boetebeschikking voor het tweede verzuim bereikt belanghebbende pas na het begaan van het derde verzuim. Dat derde verzuim wordt dan voor de boetebepaling aangemerkt als een tweede verzuim
Samenvatting
Belanghebbende betaalt de door haar verschuldigde omzetbelasting achtereenvolgens driemaal te laat. De boetebeschikking voor het tweede verzuim ontvangt zij na het begaan van het derde verzuim.
HR: Onder een voorafgaand verzuim moet worden verstaan een verzuim ter zake waarvan is meegedeeld dat bij een volgend verzuim een boete zal worden opgelegd dan wel ter zake waarvan een boete is opgelegd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.