BNB 2007/241
De regeling dat belastingschulden bij het bepalen van de rendementsgrondslag niet in aanmerking worden genomen, is geen discriminatie
HR 02-03-2007, ECLI:NL:PHR:2007:AU6477, m.nt. E.J.W. Heithuis
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 maart 2007
- Magistraten
Monné; Maanen, van; Streefkerk; Schaap; Tijnagel
- Zaaknummer
42 158
- Conclusie
A-G mr. Van Ballegooijen
- Noot
E.J.W. Heithuis
- LJN
AU6477
- JCDI
JCDI:ADS889297:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:AU6477, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑03‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:AU6477, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 02‑03‑2007
- Wetingang
Art. 5.3, derde lid, onderdeel a, Wet IB 2001; art. 26 IVBPR
Essentie
De regeling dat belastingschulden bij het bepalen van de rendementsgrondslag niet in aanmerking worden genomen, is geen discriminatie
Samenvatting
Belanghebbende had in december 2001 voor advieswerkzaamheden een aanzienlijk bedrag ontvangen. In zijn aangifte voor 2001 heeft hij ter bepaling van de rendementsgrondslag als schuld op 31 december 2001 in aanmerking genomen de over het ontvangen bedrag materieel verschuldigde belasting. Hij heeft daarvoor een beroep op het gelijkheidsbeginsel gedaan, hetgeen door het Hof is opgevat als een beroep op art. 26 IVBPR. Het Hof heeft het beroep verworpen.
HR: Uit de parlementaire geschiedenis volgt dat de uitsluiting van niet-geformaliseerde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.