FED 1996/84
Die partij die in afwijking van de civielrechtelijke vormgeving stelt dat van informeel kapitaal sprake is, heeft van die stelling de bewijslast. Dit geldt zowel bij het storten als het ontvangen van informeel kapitaal.
HR 15-11-1995, ECLI:NL:HR:1995:BI5453, m.nt. R. Russo
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 november 1995
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Jansen, C.H.M.; Putt-Lauwers, van der
- Zaaknummer
30 408
- Noot
R. Russo
- LJN
BI5453
- JCDI
JCDI:ADS226015:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:BI5453, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑11‑1995
- Wetingang
Essentie
Die partij die in afwijking van de civielrechtelijke vormgeving stelt dat van informeel kapitaal sprake is, heeft van die stelling de bewijslast. Dit geldt zowel bij het storten als het ontvangen van informeel kapitaal.
Uitspraak
Het geschil betrof de aanslag vennootschapsbelasting 1985.
Vaststaat:
1.1. Belanghebbende is in 1978 opgericht als dochtervennootschap van A NV te Q.
Op 1 januari 1984 zijn alle aandelen in belanghebbende overgedragen aan B Ltd. (hierna: B).
Volgens een schriftelijke verklaring van 11 februari 1992 zijn aandeelhouders van B
- C Ltd., voor 42,2%,
- D Ltd., voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.