FED 1997/858:Uitdeling. Hof heeft ten onrechte waarde grond vóór de sloop van het pand onderzocht

FED 1997/858

Uitdeling. Hof heeft ten onrechte waarde grond vóór de sloop van het pand onderzocht

Documentgegevens:

HR 15-10-1997, ECLI:NL:PHR:1997:AA3312, m.nt. P. van der Wal

Instantie: Hoge Raad
Datum: 15 oktober 1997
Magistraten: Jansen, R.J.J.; Bellaart; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Meij; Soest, van
Zaaknummer: 32 656
Noot: P. van der Wal
LJN: AA3312
JCDI: JCDI:ADS22776:1
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Inkomstenbelasting / Winst
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1997:AA3312, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑10‑1997
ECLI:NL:PHR:1997:AA3312, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑10‑1997
Wetingang: Art. 17b Wet ARB, art. 24 Wet IB 1964, art. 8 Wet Vpb. 1969 jo. art. 7 Wet IB 1964 resp. art. 61b Wet IB 1964 (oud)

Essentie

Samenvatting

Nu het hof niet heeft vastgesteld wat de waarde van de grond vóór de sloop is, kan niet worden beoordeeld of en in hoeverre belanghebbende ten gerieve van haar aandeelhouder iets heeft opgeofferd en aldus een uitdeling aan die aandeelhouder heeft gedaan. 's Hofs oordeel dat belanghebbende een winstuitdeling heeft gedaan, is derhalve niet naar de eis der wet met redenen omkleed.

Ingevolge het bepaalde in art. 61b, derde en vierde lid, Wet IB 1964 (tekst 1989) geldt, ingeval een investering ongedaan wordt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.