HR, 21-04-1999, nr. 33439

Documentgegevens:

HR 21-04-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2731

Instantie: Hoge Raad
Datum: 21 april 1999
Magistraten: Ilsink
Zaaknummer: 33439
LJN: AA2731
Vakgebied(en): Belastingen van rechtsverkeer (V)
Belastingen van rechtsverkeer / Algemeen
Loonbelasting / Algemeen
Loonbelasting (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1999:AA2731, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑04‑1999
ECLI:NL:PHR:1998:AV8778, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑10‑1998
Wetingang: Art. 20 AWR; art. 10, 11 en 13 Wet LB 1964; art. 8 en 10 Uitv.reg. LB 1990

Uitspraak

Naheffing. Verrekening over meer dan één kalenderjaar. Verbindendheid reiskostenforfait. Aanspraak Ziekenfondswet.

Belanghebbende, X BV, exploiteert een uitzendbureau. Voor hun woon-werkverkeer maken de uitzendkrachten gebruik van vervoer met eigen personenauto. In het loontijdvak januari 1991 t/m oktober 1994 ontvingen zij een vergoeding van f 0,44 per km. In geschil is of het reiskostenforfait van toepassing is en of terecht en tot het juiste bedrag is gebruteerd.

Op het beroep in cassatie van X BV overweegt de Hoge Raad: In art. 20 AWR is niet als beperkende voorwaarde opgenomen dat naheffing alleen mogelijk is over een loontijdvak van één kalenderjaar. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.