BNB 1988/277
HR, 06-07-1988, nr. 24 091
HR 06-07-1988, ECLI:NL:HR:1988:ZC3869
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 juli 1988
- Magistraten
Royer; Jansen; Linde, Van Der; Baardman; Bellaart
- Zaaknummer
24 091
- LJN
ZC3869
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1988:ZC3869, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑07‑1988
- Wetingang
(Artt. 123, lid 1, en 124a - tekst 1981 - AWDA; art. 25 BVTB '60, eveneens tekst 1981)
Samenvatting
Onduidelijke overweging van Hof m.b.t. verschuldigdheid van invoerrechten. Betekenis van de leden 5 en 9 van art. 25 BVTB '60
De leden 5 en 9 van art. 25 BVTB '60 stellen slechts nadere regels t.a.v. op grond van de leden 1 en 3 toe te laten vervoermiddelen.
De overweging van het Hof maakt niet duidelijk of dat College heeft bedoeld te oordelen dat belangh. de belasting als vrijstellingsgenietende op de voet van art. 123, eerste lid, AWDA verschuldigd is, dan wel dat hij op de voet van art. 124a van die wet - gelijk dit art. destijds luidde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.