FED 1994/683
Belanghebbende heeft samen met zijn leverancier geopteerd voor een belaste levering van een onroerende zaak. Vóór het tijdstip van levering komt de leverancier eenzijdig op de keuze voor belastingheffing terug. Dat kan niet. HR: het verzoek tot belaste levering heeft gevolgen voor zowel de verkoper als koper. Nu de wet voorschrijft dat een zodanig verzoek door de verkoper en koper gezamenlijk gedaan moet worden, kan dat verzoek, als het eenmaal is gedaan, niet eenzijdig door een van deze beiden worden ingetrokken.
HR 28-09-1994, ECLI:NL:HR:1994:AA2962, m.nt. M.E. van Hilten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 september 1994
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Moor, de; Jansen, C.H.M.; Putt-Lauwers, van der
- Zaaknummer
29474
- Noot
M.E. van Hilten
- LJN
AA2962
- JCDI
JCDI:ADS213659:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:AA2962, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑09‑1994
- Wetingang
Art. 11, eerste lid, letter a, sub 2 Wet OB 1968
Essentie
Belanghebbende heeft samen met zijn leverancier geopteerd voor een belaste levering van een onroerende zaak. Vóór het tijdstip van levering komt de leverancier eenzijdig op de keuze voor belastingheffing terug. Dat kan niet. HR: het verzoek tot belaste levering heeft gevolgen voor zowel de verkoper als koper. Nu de wet voorschrijft dat een zodanig verzoek door de verkoper en koper gezamenlijk gedaan moet worden, kan dat verzoek, als het eenmaal is gedaan, niet eenzijdig door een van deze beiden worden ingetrokken.
Uitspraak
Het geschil betrof naheffingsaanslag omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 1989 tot en met 31 december ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.