FED 1993/671
In een niet erg complexe Nederlandse strafzaak duurde het 15 1/2 maand voordat het gerechtshof het dossier naar de Hoge Raad stuurde. HR: geen schending van de redelijke termijn van art. 6, eerste lid, EVRM. EHRM (unaniem): wel een overschrijding van de redelijke termijn.
EHRM 26-05-1993, ECLI:NL:XX:1993:BH8081, m.nt. M.W.C. Feteris
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
26 mei 1993
- Magistraten
Ryssdal; Gölcüklü; Matscher; Russo; Valticos; Martens; Freeland; Mifsud Bonnicid; Baka
- Zaaknummer
26/1992/371/445
- Noot
M.W.C. Feteris
- LJN
BH8081
- JCDI
JCDI:ADS213290:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:1993:BH8081, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 26‑05‑1993
- Wetingang
EVRM art. 6
Essentie
In een niet erg complexe Nederlandse strafzaak duurde het 15 1/2 maand voordat het gerechtshof het dossier naar de Hoge Raad stuurde. HR: geen schending van de redelijke termijn van art. 6, eerste lid, EVRM. EHRM (unaniem): wel een overschrijding van de redelijke termijn.
Uitspraak
In the case of Bunkate v. the Netherlands,
The European Court of Human Rights, sitting, in accordance with Article 43 of the Convention for the Protection of Human Rights and Fundamental Freedoms ('the Convention') and the relevant provisions of the Rules of Court, as a Chamber composed of the following judges:
Mr ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.