Inhoudsopgave
WFR 2001/504:Belastingschulden in faillissement
WFR 2001/504
Belastingschulden in faillissement
Documentgegevens:
Mr. dr. C.P.M. van Houte , datum 01-01-2001
- Datum
01-01-2001
- Auteur
Mr. dr. C.P.M. van Houte 1
- JCDI
JCDI:ADS773765:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Algemeen
Onbekend (V)
- Wetingang
art. 29 lid 2 Wet OB 1968; art. 6:212 BW; art. 2:138 BW; art. 2:248 BW; art. 36 Invorderingswet 1990; art. 36a Invorderingswet 1990
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
1. Inleiding
Het moment van faillietverklaring 2 bepaalt de rechten van de schuldeisers in het faillissement. Op dat moment wordt het vermogen van de gefailleerde gefixeerd. Er wordt een algemeen beslag op (nagenoeg) het gehele vermogen van de schuldenaar gelegd ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers. 3 Dat beslag vervangt de beslagen van individuele schuldeisers. 4
Het doel van het faillissement is om een geordende afwikkeling van de schulden te realiseren. De verificatie van vorderingen vormt een kernonderdeel van dat proces. Uitsluitend schuldeisers van wie de vordering(en) na onderzoek zijn erkend, kunnen aanspraak maken op (gehele of gedeeltelijke) ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.