FED 2004/188
HR, 26-03-2004, nr. 38 548
HR 26-03-2004, ECLI:NL:HR:2004:AO6333
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 maart 2004
- Zaaknummer
38 548
- LJN
AO6333
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Belastingen van lagere overheden (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Milieubelastingen (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AO6333, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑03‑2004
- Wetingang
Art. 7:1, art. 8:4, onderdeel g, en art. 8:55, zevende lid , Awb; art. 2, eerste lid, onderdeel b, art. 25, eerste lid, en art. 26, eerste lid, AWR
Samenvatting
Hof Amsterdam miskende dat tegen een uitspraak op bezwaar te allen tijde beroep openstaat.
Uitspraak
De Hoge Raad oordeelt dat Hof Amsterdam het door X tegen een uitspraak van B&W ingestelde beroep ten onrechte niet-ontvankelijk verklaarde. X mocht immers de brief van B&W naar aanleiding van X' bezwaar tegen de afwijzing door B&W van zijn verzoek om intrekking van een aanslag baatbelasting gelet op de vorm en inhoud opvatten als een uitspraak op bezwaar. De brief waarin B&W het verzoek afwezen kan echter niet worden aangemerkt als een ingevolge enige bepaling van de belastingwet genomen voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.