FED 1998/222
HR, 25-03-1998, nr. 32 945
HR 25-03-1998, ECLI:NL:PHR:1998:AA2520
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 maart 1998
- Magistraten
Soest, van; Jansen, R.J.J.; Bellaart; Brunschot, van; Meij; Vliet, van
- Zaaknummer
32 945
- LJN
AA2520
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2520, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑03‑1998
ECLI:NL:PHR:1998:AA2520, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑03‑1998
- Wetingang
Art. 14 Wet IB 1964
Uitspraak
In het boekjaar 1988/89 zijn door belanghebbende, X BV, die een rederij van visserij- en koopvaardijschepen exploiteert, twee trawlers verkocht, waarbij boekwinsten zijn gerealiseerd ad f 27 577 000. Voor dit bedrag is een vervangingsreserve ex art. 14 Wet IB 1964 gevormd. In het boekjaar 1989/90 huurde X BV een nieuwgebouwde trawler (nieuwwaarde f 48 683 000), eigendom van C BV. Op 21 december 1989 is dit schip in de vaart gekomen en door X BV gehuurd en in gebruik genomen. X BV kocht op 10 mei 1990 de aandelen C BV en kwam overeen dat de exploitatie met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.