FED 1999/235
Bewijslast verschuldigdheid op grond van art. 37 Wet OB 1968. Geen vermindering verschuldigdheid op grond van art. 25.
HR 17-03-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2703
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 maart 1999
- Zaaknummer
34 126
- LJN
AA2703
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2703, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑03‑1999
- Wetingang
Essentie
Bewijslast verschuldigdheid op grond van art. 37 Wet OB 1968. Geen vermindering verschuldigdheid op grond van art. 25.
Uitspraak
In geschil is of belanghebbende, X, die in het naheffingstijdvak op een door hem uitgereikte factuur wegens door hem verrichte diensten omzetbelasting in rekening bracht, was aan te merken als ondernemer en, zo ja, of hij recht had op vermindering van belasting op grond van art. 25 Wet OB 1968.
Op het beroep in cassatie van X overweegt de Hoge Raad: Met zijn oordeel dat X tegenover de gemotiveerde betwisting door de inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.