Gebruik van de weg zonder dat vrijstelling is gevraagd of verleend

Documentgegevens:

HR 19-01-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA4334

Instantie: Hoge Raad
Datum: 19 januari 2000
Magistraten: Jansen, R.J.J.; Moor, de; Vliet, van; Amersfoort, van; Lourens
Zaaknummer: 35 057
LJN: AA4334
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
Belastingheffing van motorrijtuigen / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2000:AA4334, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑01‑2000
Wetingang: Art. 1, vierde lid, BPM 1992; art. 3 en 4 Uitv.besl. BPM 1992; art. 95 EG-Verdrag; art. 33 Zesde richtlijn; art. 21 AWR

Essentie

Samenvatting

Belanghebbende, die in Nederland woont, is werkzaam in Duitsland. In 1997 heeft hij in Nederland gebruik gemaakt van de weg met een auto die voorzien was van een Duits kenteken, zonder dat een vrijstelling als bedoeld in art. 3 of 4 Uitv.besl. BPM 1992 was verleend of aangevraagd. Ter zake van dat gebruik is hem een naheffingsaanslag opgelegd, met verhoging.

HR: Heffing van BPM op grond van art. 1, vierde lid, BPM is niet in strijd met art. 95 EG-Verdrag. De te vervullen formaliteiten vallen niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.