BNB 1982/234
HR, 23-06-1982, nr. 21 118
HR 23-06-1982, ECLI:NL:HR:1982:AW9558
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 juni 1982
- Magistraten
Dijk, Van; Vucht, Van; Stoffer; Bloembergen; Baardman
- Zaaknummer
21 118
- LJN
AW9558
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1982:AW9558, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑06‑1982
- Wetingang
(Art. 17 WVOW; Verord. zuiveringsheffing Utrecht 1976)
Samenvatting
Van een ,,gedeelte van een gebouw, dat blijkens zijn inrichting is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt'' in de zin van art. 2 van de provinciale Verord. zuiveringsheffing Utrecht 1976 is slechts dan sprake indien de inrichting van het gebouw erop wijst dat het desbetreffende gedeelte als afzonderlijk geheel kan worden gebruikt, hetgeen wil zeggen: zonder dat de gebruiker anders dan bijkomstig van overigens in het gebouw aanwezige voorzieningen afhankelijk is. Omtrent een zodanige inrichting van het gebouw is t.a.v. de onderhavige praktijkruimte van een medicus in diens woning niets vastgesteld.
Uitspraak
De Hoge Raad enz.; ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.