BNB 2010/308
Onbetaald gebleven schulden na opheffing faillissement dochtermaatschappij leiden tot winst bij de moedermaatschappij
HR 10-09-2010, ECLI:NL:PHR:2010:BJ9665, m.nt. R.J. de Vries
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 september 2010
- Magistraten
Vliet, van; Bavinck; Leemreis; Overgaauw; Loon, van
- Zaaknummer
08/03498
- Conclusie
A-G mr. Wattel
- Noot
R.J. de Vries
- LJN
BJ9665
- JCDI
JCDI:ADS171605:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BJ9665, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑09‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BJ9665, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 10‑09‑2010
- Wetingang
Art. 15 Wet Vpb. 1969
Essentie
Onbetaald gebleven schulden na opheffing faillissement dochtermaatschappij leiden tot winst bij de moedermaatschappij
Samenvatting
Belanghebbende vormt sinds 1986 een fiscale eenheid met haar dochtermaatschappij A BV. In 2001 is A BV failliet verklaard. In 2003 is het faillissement opgeheven wegens gebrek aan baten. Een bedrag van ca. € 1,2 mln aan schulden bleef onbetaald.
In geschil is of in 2003 ter zake van de vrijval van schulden bij belanghebbende winst in aanmerking moet worden genomen.
HR: Voor zover de schulden van A BV onbetaald zijn gebleven, is voor belanghebbende sprake van een fiscaal relevante vermogensvermeerdering op het moment ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.