WFR 1997/903
HR, 11-06-1997, nr. 31 192
HR 11-06-1997, ECLI:NL:PHR:1997:AA2173
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 juni 1997
- Zaaknummer
31 192
- LJN
AA2173
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AA2173, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑06‑1997
ECLI:NL:PHR:1997:AA2173, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑06‑1997
- Wetingang
Art. 25 Wet IB 1964
Uitspraak
Belanghebbende, X, die een juwelierszaak drijft, sloot in 1970 een kapitaalverzekering met lijfrenteclausule. De jaarlijks verschuldigde premie ad f 5389 is door X voldaan. Door de benaming van de polis in de veronderstelling gebracht dat aftrek niet mogelijk was, verzuimde X tot 1987 de premies in mindering te brengen op zijn onzuivere inkomen. Bij expiratie van de verzekering is overeengekomen dat de verzekeraar gedurende de jaren 1990, 1991 en 1992 jaarlijks f 25 000 zou uitkeren en dat voor het resterende bedrag een nieuwe lijfrente zou worden gekocht. X gaf in 1986 t/m 1990 rentebedragen tot een totaal van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.