FED 1996/401
HR, 01-05-1996, nr. 31 452
HR 01-05-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA2032
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 mei 1996
- Magistraten
Stoffer; Urlings; Zuurmond; Jansen, C.H.M.; Pos
- Zaaknummer
31 452
- LJN
AA2032
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA2032, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑05‑1996
- Wetingang
Art. 47 Wet IB 1964
Uitspraak
Belanghebbende, X, heeft bij notariële akte van 19 december 1989 uit vrijgevigheid op zijn leven ten gunste van de Stichting Y, een lijfrente gevestigd voor vijf jaren, welke lijfrente het eerste jaar f 400 beliep en de overige vier jaren steeds f 200. De uitkeringen moesten jaarlijks worden voldaan voor het eerst op 28 december 1989 en vervolgens steeds op 28 december van de daarop volgende jaren.
In geschil is of het door X in 1990 voldane bedrag kan worden aangemerkt als een termijn van lijfrente ex art. 47, eerste lid, Wet IB 1964.
Hof Amsterdam stelt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.