FED 2006/116
Vrijval renteschuld door vermenging vormt geen winst
HR 14-04-2006, ECLI:NL:HR:2006:AW1646, m.nt. I.C.M. den Hollander
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 april 2006
- Magistraten
Brunschot, van; Vliet, van; Lourens; Bavinck; Berge, van den
- Zaaknummer
40 928
- Noot
I.C.M. den Hollander
- LJN
AW1646
- JCDI
JCDI:ADS235252:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AW1646, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑04‑2006
- Wetingang
Essentie
Vrijval renteschuld door vermenging vormt geen winst
Samenvatting
Tot het ondernemingsvermogen van belanghebbende behoorde op 30 oktober 1999 een schuld aan A. Deze schuld bestond uit een hoofdsombestanddeel en een in 1999 door belanghebbende daaraan toegevoegd rentebestanddeel. A is op 30 oktober 1999 overleden. Bij uiterste wilsbeschikking heeft A aan belanghebbende al hetgeen hij op hem te vorderen had, gelegateerd.HR: Nu het legaat in de privé-sfeer is verkregen, is de in deze verkrijging besloten liggende rentevordering niet in het kader van belanghebbendes ondernemingsuitoefening opgekomen. Zulks brengt mee dat het tenietgaan van de renteschuld door vermenging met de verkregen rentevordering ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.