V-N 2008/16.4
FISCAAL BESTUURSRECHT. EUROPEES RECHT Prejudiciële vragen over de verlengde navorderingstermijn
HR 21-03-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC7249, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 maart 2008
- Magistraten
Berge, van den; Monné; Maanen, van; Tijnagel; Heisterkamp
- Zaaknummer
43670
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
BC7249
- JCDI
JCDI:ADS906579:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BC7249, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑03‑2008
- Wetingang
Essentie
FISCAAL BESTUURSRECHT. EUROPEES RECHT Prejudiciële vragen over de verlengde navorderingstermijn
Samenvatting
X geeft na het overlijden van haar echtgenoot op 10 januari 2003 op eigen initiatief aan de Nederlandse Belastingdienst volledige openheid van zaken over Duitse bankrekeningen van haarzelf en wijlen haar echtgenoot. Deze bankrekeningen hebben zij nooit in hun aangiften inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en vermogensbelasting vermeld. De inspecteur vordert na. Hij honoreert het beroep van X op de inkeerregeling en legt geen boeten op. In beroep wijst Rechtbank Arnhem de stelling van X, dat de verlengde navorderingstermijn voor de buitenlandse spaartegoeden in strijd is met het Europese recht, van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.