BNB 2000/34
Overgang verplichting tot verhuur op eventuele koper niet aannemelijk gemaakt
HR 10-11-1999, ECLI:NL:PHR:1999:AA2617, m.nt. B.G. van Zadelhoff
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 november 1999
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Moor, de; Vliet, van; Hammerstein; Lourens
- Zaaknummer
34 923
- Noot
B.G. van Zadelhoff
- LJN
AA2617
- JCDI
JCDI:ADS888110:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2617, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑11‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:AA2617, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 10‑11‑1999
- Wetingang
Art. 8, vierde lid, Wet OB 1968
Essentie
Overgang verplichting tot verhuur op eventuele koper niet aannemelijk gemaakt
Samenvatting
Voortzetting zaak HR BNB 1998/33.
Belanghebbende, projectontwikkelaar, gaat over tot verhuur van door haar gebouwde woningen; tot deze verhuur heeft zij zich tegenover de gemeente verplicht. In verband met de integratieheffing is van belang of die verplichting bij verkoop zou overgaan op de koper.
Hof: Niet is komen vast te staan dat voor het project door een kettingbeding of anderszins een verplichting tot verhuur gold.
HR: De in cassatie voorgedragen stellingen nopen niet tot de gevolgtrekking dat verkoop van de woningen door belanghebbende slechts ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.