De inspecteur die een aangifte schenk- of erfbelasting heeft ontvangen, onderzoekt deze zorgvuldig op haar deugdelijkheid. Indien de inspecteur meent, dat een aangifte, wat de feitelijke gegevens betreft, niet kan worden gevolgd, stelt hij in het algemeen, alvorens van de aangifte af te wijken, de aangevers in de gelegenheid om de aangifte toe te lichten danwel mondeling of schriftelijk opheldering te verstrekken.
Vervolgens maakt hij een rechtsberekening, waarbij hij zowel van de feitelijke gegevens van de aangifte als van de rechtsconclusies van de aangever kan afwijken. Hij stelt op deze wijze de belastbare verkrijging vast en vermindert dit bedrag met een eventuele vrijstelling (art. 32 en 33) en past op het saldo het tarief van art. 24 toe. Ter zake van het aldus berekende belastingbedrag stelt de inspecteur de aanslag vast. Hierna reikt hij een gedagtekend aanslagbiljet uit, waarin worden vermeld de grootte van de belaste verkrijging en de daarover verschuldigde belasting. Is afgeweken van een behoorlijk verzorgde aangifte, dan worden de afwijkingen aan belanghebbenden uiteengezet.
De bedragen, waarover de belasting moet worden berekend, worden naar beneden afgerond in gehele euro's.
Blijkt, dat een aanslag ten onrechte is achterwege gebleven of tot een te laag bedrag is opgelegd, dan wel dat een vermindering tot een te hoog bedrag is verleend, dan kan de te weinig geheven belasting worden nagevorderd (art. 52), waarbij tevens een boete kan worden opgelegd (hfdst. VIIIA AWR).
Voor een uitvoerige bespreking van de Algemene wet inzake rijksbelastingen zij verwezen naar de Vakstudie Algemeen Deel.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Vakstudie Successiewet, aanhef SW 1956, aant. 1.5.11
Aant. 1.5.11 De aanslagregeling
Actueel t/m 15-11-2024
15-11-2024, het commentaar is bijgewerkt t/m BNB 2024/123 en V-N 2024/47.60
01-08-1956 tot: -
Vakstudie Successiewet, aanhef SW 1956, aant. 1.5.11
Schenk- en erfbelasting / Algemeen
Successiewet 1956 aanhef regeling
Beschouwing
De inspecteur die een aangifte schenk- of erfbelasting heeft ontvangen, onderzoekt deze zorgvuldig op haar deugdelijkheid. Indien de inspecteur meent, dat een aangifte, wat de feitelijke gegevens betreft, niet kan worden gevolgd, stelt hij in het algemeen, alvorens van de aangifte af te wijken, de aangevers in de gelegenheid om de aangifte toe te lichten danwel mondeling of schriftelijk opheldering te verstrekken.
Vervolgens maakt hij een rechtsberekening, waarbij hij zowel van de feitelijke gegevens van de aangifte als van de rechtsconclusies van de aangever kan afwijken. Hij stelt op deze wijze de belastbare verkrijging vast en vermindert dit bedrag met een eventuele vrijstelling (art. 32 en 33) en past op het saldo het tarief van art. 24 toe. Ter zake van het aldus berekende belastingbedrag stelt de inspecteur de aanslag vast. Hierna reikt hij een gedagtekend aanslagbiljet uit, waarin worden vermeld de grootte van de belaste verkrijging en de daarover verschuldigde belasting. Is afgeweken van een behoorlijk verzorgde aangifte, dan worden de afwijkingen aan belanghebbenden uiteengezet.
De bedragen, waarover de belasting moet worden berekend, worden naar beneden afgerond in gehele euro's.
Blijkt, dat een aanslag ten onrechte is achterwege gebleven of tot een te laag bedrag is opgelegd, dan wel dat een vermindering tot een te hoog bedrag is verleend, dan kan de te weinig geheven belasting worden nagevorderd (art. 52), waarbij tevens een boete kan worden opgelegd (hfdst. VIIIA AWR).
Voor een uitvoerige bespreking van de Algemene wet inzake rijksbelastingen zij verwezen naar de Vakstudie Algemeen Deel.