BNB 2009/295
In geschil is de vraag in hoeverre heffingsrente moet worden berekend indien de Inspecteur niet binnen drie maanden na indiening van de aangifte een (voorlopige) aanslag heeft opgelegd.
HR 25-09-2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ8524, m.nt. P.G.H. Albert
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 september 2009
- Magistraten
Berge, van den; Schaap; Tijnagel; Heisterkamp; Feteris
- Zaaknummer
07/13362
- Noot
P.G.H. Albert
- LJN
BJ8524
- JCDI
JCDI:ADS889536:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BJ8524, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑09‑2009
- Wetingang
Art. 30f AWR; zorgvuldigheidsbeginsel
Essentie
In geschil is de vraag in hoeverre heffingsrente moet worden berekend indien de Inspecteur niet binnen drie maanden na indiening van de aangifte een (voorlopige) aanslag heeft opgelegd.
Samenvatting
HR: Uit de bewoordingen van de wet volgt onmiskenbaar dat heffingsrente wordt berekend indien de vaststelling van een (voorlopige) aanslag na afloop van het belastingtijdvak leidt tot een te betalen bedrag. Hetgeen tijdens de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel is opgemerkt kan niet leiden tot een uitleg van de wet waarin een zo vergaande uitzondering op haar bewoordingen wordt aangenomen als belanghebbende voorstaat. De stelling van belanghebbende dat uit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.