BNB 1997/377
Personele werkingssfeer van de Verordening. Toepasselijke wetgeving
HR 03-09-1997, ECLI:NL:PHR:1997:AA2256, m.nt. P. Kavelaars
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 september 1997
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Bellaart; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Meij
- Zaaknummer
31 695
- Conclusie
Plv. P-G mr. Van Soest
- Noot
P. Kavelaars
- LJN
AA2256
- JCDI
JCDI:ADS887808:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AA2256, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑09‑1997
ECLI:NL:PHR:1997:AA2256, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 03‑09‑1997
- Wetingang
art. 1 letter a onder ii Verordening (EEG) 1408/71; Bijlage I letter J Nederland Verordening (EEG) 1408/71; art. 13 lid 1, 2 letter a, b Verordening (EEG) 1408/71
Essentie
Personele werkingssfeer van de Verordening. Toepasselijke wetgeving
Samenvatting
Zie ook BNB 1997/376c*.
Nu belanghebbendes activiteiten in Nederland normaal vermogensbeheer niet te boven gingen, is het redelijkerwijs niet voor twijfel vatbaar dat deze niet kunnen worden aangemerkt als beroepswerkzaamheden in de zin van bovengenoemde Verordening. Nu belanghebbende verder, als Geschäftsführer van een GmbH, slechts werkzaamheden anders dan in loondienst in Duitsland heeft uitgeoefend, was op haar als zelfstandige in de zin van de Verordening uitsluitend de Duitse wetgeving van toepassing. Belanghebbende is niet premieplichtig voor de Nederlandse volksverzekeringen.
Uitspraak
... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.