BNB 2000/224
Geen extraterritoriale werking inleners- en ketenaansprakelijkheid
HR 19-04-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA5538, m.nt. P. Kavelaars
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 april 2000
- Magistraten
Korthals Altes; Pos; Beukenhorst; Monné; Bavinck
- Zaaknummer
34 184
- Conclusie
A-G mr. Ilsink
- Noot
P. Kavelaars
- LJN
AA5538
- JCDI
JCDI:ADS171597:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA5538, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑04‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA5538, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 19‑04‑2000
- Wetingang
Art. 32c Wet LB 1964 (oud)
Essentie
Geen extraterritoriale werking inleners- en ketenaansprakelijkheid
Samenvatting
Belanghebbende, een naar Duits recht opgerichte en in het buitenland gevestigde vennootschap, heeft voor aannemingswerkzaamheden in België gebruikgemaakt van een in Nederland gevestigde onderaannemer. Deze heeft de op het loon van zijn werknemers verschuldigde loonbelasting en premies volksverzekeringen niet ingehouden en evenmin afgedragen.
HR: De Hoge Raad heeft in zijn arrest HR 5 november 1999, nr. 16 702, NJ 2000, 139, geoordeeld dat de artikelen 34 en 35 Invorderingswet 1990 aldus moeten worden uitgelegd dat die artikelen niet van toepassing zijn op een in het buitenland wonende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.