FED 1994/348
Voor heffing van omzetbelasting is vereist dat activiteiten onder bezwarende titel worden verricht. Daarvan is geen sprake bij het op de openbare weg ten gehore brengen van muziek zonder dat hiervoor een vergoeding wordt bedongen. Daaraan doet niet af dat de ondernemer om geld verzoekt en zekere bedragen ontvangt, waarvan de hoogte echter niet bepaald of bepaalbaar is. Arrest
HvJ EG 03-03-1994, ECLI:EU:C:1994:80, m.nt. D.B. Bijl
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
3 maart 1994
- Magistraten
Mancini; Kakouris; Schockweiler; Kapteyn; Murray; Lenz
- Zaaknummer
C-16/93
- Noot
D.B. Bijl
- LJN
AW1884
- JCDI
JCDI:ADS213390:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:1994:80, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 03‑03‑1994
ECLI:EU:C:1994:16, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 20‑01‑1994
- Wetingang
Art. 2, sub 1, Zesde richtlijn inzake omzetbelasting; art. 4, eerste lid, Wet OB 1968.
Essentie
Voor heffing van omzetbelasting is vereist dat activiteiten onder bezwarende titel worden verricht. Daarvan is geen sprake bij het op de openbare weg ten gehore brengen van muziek zonder dat hiervoor een vergoeding wordt bedongen. Daaraan doet niet af dat de ondernemer om geld verzoekt en zekere bedragen ontvangt, waarvan de hoogte echter niet bepaald of bepaalbaar is. Arrest
Uitspraak
1. Bij uitspraak van 8 januari 1993, ingekomen ter griffie van het Hof op 20 januari daaraanvolgend, heeft het Gerechtshof te Leeuwarden krachtens artikel 177 EEG-Verdrag twee prejudiciële vragen gesteld over de uitlegging van artikel 2, sub 1, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.