BNB 1993/40
HR, 18-11-1992, nr. 28 148
HR 18-11-1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC5166, m.nt. P.J. Wattel
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 november 1992
- Magistraten
Stoffer; Mijnssen; Wildeboer; Urlings; Herrmann
- Zaaknummer
28 148
- Noot
P.J. Wattel
- LJN
ZC5166
- JCDI
JCDI:ADS886989:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1992:ZC5166, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑11‑1992
- Wetingang
Samenvatting
Mededeling van de gronden voor de verhoging. Bewijs van die gronden niet gebonden aan art. 338 e.v. Sv: gebruik van vermoedens geoorloofd. Motivering voor handhaving van niet-kwijtscheldingsbesluit. Redelijke termijn
Aan belanghebbende is voor het jaar 1980 een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting opgelegd naar een belastbaar inkomen van f 356 531 met een verhoging van 100%, zonder kwijtschelding.
HR: het Hof was niet gehouden ambtshalve te onderzoeken of de Inspecteur belanghebbende onverwijld en in bijzonderheden op de hoogte heeft gesteld van de gronden voor de verhoging.
Noch art. 6 EVRM, noch enige andere algemeen verbindende verdragsbepaling dwingt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.