HR, 15-07-1996, nr. 31168

Documentgegevens:

HR 15-07-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA2014

Instantie: Hoge Raad
Datum: 15 juli 1996
Magistraten: Stoffer; Urlings; Zuurmond; Jansen, C.H.M.; Pos
Zaaknummer: 31168
LJN: AA2014
Vakgebied(en): Belastingrecht algemeen / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1996:AA2014, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑07‑1996
Wetingang: Art. 16 AWR; art. 5a Wet ARB

Uitspraak

Aan belanghebbende, X, is een navorderingsaanslag IB 1980 met verhoging opgelegd.

In geschil is of deze aanslag bevoegdelijk is opgelegd en of X aanspraak kan maken op vergoeding van proceskosten.

Hof 's-Gravenhage stelt X gedeeltelijk in het gelijk.

Op het beroep in cassatie van X overweegt de Hoge Raad:

Uit de uitspraak van het hof en de stukken van het geding blijkt niet, dat X voor het hof heeft aangevoerd dat de navorderingsbevoegdheid van de inspecteur was vervallen door overschrijding van de termijn van art. 16, derde lid, AWR. Anders dan X veronderstelt was het hof niet gehouden ambtshalve ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.