BNB 2011/53
Naheffing motorrijtuigenbelasting wegens ten onrechte toegepaste taxivrijstelling. Verhouding tussen art. 20 AWR en art. 76 Wet MB 1994. Berekening na te heffen belasting. Reden voor opleggen naheffingsaanslag moet in of bij de naheffingsaanslag worden vermeld. Maximaal op te leggen verzuimboete
HR 26-11-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL6471, m.nt. W.J.N.M. Snoijink
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 november 2010
- Magistraten
Vliet, van; Lourens; Punt; Overgaauw; Loon, van
- Zaaknummer
09/00749
- Conclusie
A-G mr. Van Hilten
- Noot
W.J.N.M. Snoijink
- LJN
BL6471
- JCDI
JCDI:ADS889701:1
- Vakgebied(en)
Belastingheffing van motorrijtuigen (V)
Fiscaal procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2010:BL6471, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 26‑11‑2010
ECLI:NL:HR:2010:BL6471, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑11‑2010
- Wetingang
Essentie
Naheffing motorrijtuigenbelasting wegens ten onrechte toegepaste taxivrijstelling. Verhouding tussen art. 20 AWR en art. 76 Wet MB 1994. Berekening na te heffen belasting. Reden voor opleggen naheffingsaanslag moet in of bij de naheffingsaanslag worden vermeld. Maximaal op te leggen verzuimboete
Samenvatting
Soortgelijke procedure als de in 2011/52c* opgenomen zaak.
Het Hof heeft in deze zaak geoordeeld dat het onderhavige geval niet behoort tot de categorie gevallen waarvoor de naheffingsbevoegdheid van art. 76 Wet MB 1994 is bedoeld en dat de Inspecteur in casu (uitsluitend) op de voet van art. 20 AWR bevoegd is tot het opleggen van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.