FED 2007/46
Indien bij het opstellen van optiecontracten aangesloten is bij de wijze waarop orderbevestigingen van een beursordersysteem zijn ingericht, blijft de mogelijkheid bestaan om de optiecontracten op verschillende wijzen uit te leggen
HR 20-10-2006, ECLI:NL:HR:2006:AZ0430, m.nt. P. Verhagen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 oktober 2006
- Magistraten
Vliet, van; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Lourens; Bavinck
- Zaaknummer
42 231
- Noot
P. Verhagen
- LJN
AZ0430
- JCDI
JCDI:ADS199780:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AZ0430, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑10‑2006
- Wetingang
Art. 10 Wet VPB 1969
Essentie
Indien bij het opstellen van optiecontracten aangesloten is bij de wijze waarop orderbevestigingen van een beursordersysteem zijn ingericht, blijft de mogelijkheid bestaan om de optiecontracten op verschillende wijzen uit te leggen
Uitspraak
Het geschil betreft de aanslag vennootschapsbelasting 1998.
OP HET BEROEP IN CASSATIE VAN DE STAATSSECRETARIS OVERWEEGT DE HOGE RAAD:
4 Beoordeling van het middel
4.1. Het Hof heeft geoordeeld dat zich niet de situatie voordoet dat de contractspartijen achteraf, dat wil zeggen afhankelijk van het resultaat, kunnen worden geduid en dat aan de contracten om die reden realiteit zou moeten worden ontzegd. Dit oordeel wordt door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.