WFR 1999/1309
HR, 29-09-1999, nr. 34 533
HR 29-09-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2902
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 september 1999
- Zaaknummer
34 533
- LJN
AA2902
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2902, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑09‑1999
- Wetingang
Art. 22 Wet IB 1964
Uitspraak
Belanghebbende, X, is enig aandeelhouder van C BV. Tot 8 mei 1990 was en sinds 9 december 1991 is hij tevens directeur van C BV. In de tussengelegen periode vervulde zijn schoonzoon die functie en verrichtte X administratieve werkzaamheden voor C BV. In juni 1991 betaalde de Belastingdienst f 3 865 116 aan C BV ten titel van teruggaaf omzetbelasting (ob), terwijl C BV slechts recht had op een teruggaaf van f 38 651,16. De Belastingdienst onderkende deze fout aanvankelijk niet. In geschil is of aan X terecht over 1991 een navorderingsaanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekering is opgelegd naar een belastbaar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.