HR, 21-04-1999, nr. 34 558

Documentgegevens:

HR 21-04-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2738

Instantie: Hoge Raad
Datum: 21 april 1999
Zaaknummer: 34 558
LJN: AA2738
Vakgebied(en): Inkomstenbelasting (V)
Fiscaal procesrecht (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1999:AA2738, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑04‑1999
Wetingang: Vertrouwensbeginsel; art. 46 Wet IB 1964; art. 17 Wet ARB

Uitspraak

Vertrouwensbeginsel. Heeft gedragslijn de indruk kunnen wekken te berusten op een bewuste standpuntbepaling? Motivering.

Belanghebbende, X, deed in 1995 betalingen aan schoonouders in Turkije. De inspecteur stond slechts gedeeltelijk aftrek toe, terwijl hij in 1991 t/m 1994 voor die kosten tot het aangegeven bedrag aftrek verleende. In geschil is of het vertrouwensbeginsel geschonden is.

Op het beroep in cassatie van X overweegt de Hoge Raad: 's Hofs oordeel dat van een opgewekt vertrouwen geen sprake is op grond dat van een bewuste ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.