BNB 1990/258
HR, 10-01-1990, nr. 26 235
HR 10-01-1990, ECLI:NL:HR:1990:ZC4196, m.nt. H.J. Hofstra
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 januari 1990
- Magistraten
Dijk, Van; Stoffer; Mijnssen; Wildeboer; Urlings
- Zaaknummer
26 235
- Noot
H.J. Hofstra
- LJN
ZC4196
- JCDI
JCDI:ADS886754:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:ZC4196, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑01‑1990
- Wetingang
(Art. 23 AWR)
Samenvatting
Tegen ambsthalve opgelegde aanslag ingebracht bezwaar in de vorm van een binnen de bezwaartermijn zonder enige verdere toelichting alsnog ingediend aangiftebiljet
HR: indien aan een belastingplichtige die heeft verzuimd het hem of haar toegezonden aangiftebiljet tijdig in te leveren, ambtshalve een primitieve aanslag in de inkomstenbelasting is opgelegd en vervolgens binnen de bezwaartermijn alsnog aangifte is gedaan van een lager belastbaar inkomen dan in de aanslag is begrepen, kan de indiening van dat aangiftebiljet in de regel niet anders worden opgevat dan dat de belastingplichtige daarmede aan de inspecteur tijdig kennis geeft bezwaar te maken tegen de hem ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.