FED 1998/232
HR, 25-03-1998, nr. 33 199
HR 25-03-1998, ECLI:NL:HR:1998:AA2470
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 maart 1998
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Bellaart; Putt-Lauwers, van der
- Zaaknummer
33 199
- LJN
AA2470
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2470, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑03‑1998
- Wetingang
Art. 7 Awb
Uitspraak
Aan belanghebbende, X, is een aanslag inkomstenbelasting 1991 opgelegd. In zijn tegen die aanslag ingediende bezwaarschrift verzocht X om te worden gehoord, indien de inspecteur niet aan het bezwaar tegemoet zou komen. De inspecteur, die niet aan het bezwaar is tegemoetgekomen, heeft X eerst bij het indienen van een (pro forma) beroepschrift gehoord.
In geschil is of X door de handelwijze van de inspecteur is benadeeld.
Hof Arnhem stelt X in het ongelijk.
Op het beroep in cassatie van X overweegt de Hoge Raad:
Het Hof heeft geoordeeld dat de inspecteur X en zijn gemachtigde ten onrechte in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.