WFR 2005/646
Oordeel hof dat verhoging geheel moet worden kwijtgescholden wegens overschrijding redelijke termijn, is onbegrijpelijk (1).
HR 22-04-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AO9047
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 april 2005
- Zaaknummer
38 693
- LJN
AO9047
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
Europees belastingrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AO9047, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑04‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AO9047, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑04‑2005
- Wetingang
Art. 21 AWR (oud); art. 29 lid 2 AWR (oud); art. 67e AWR (oud); art. 6 EVRM
Essentie
Oordeel hof dat verhoging geheel moet worden kwijtgescholden wegens overschrijding redelijke termijn, is onbegrijpelijk (1).
Samenvatting
Nu partijen te kennen hebben gegeven niet te weten tot welk bedrag de aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag te hoog is opgelegd, mocht Hof "s-Gravenhage zelf een redelijke schatting daarvan maken, aldus de Hoge Raad. Verder is de Hoge Raad van oordeel dat het oordeel van het hof dat de verhoging geheel moet worden kwijtgescholden wegens overschrijding van de redelijke termijn, onbegrijpelijk is. Het hof heeft onder meer verzuimd aan te geven aan wiens processuele gedrag de behandelingsduur van ongeveer acht jaar is te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.