FED 2004/2
Aanvaardingsclausule in het kader van art. 18 Wet IB 1964 kent geen fatale termijn van twee maanden
HR 12-09-2003, ECLI:NL:HR:2003:AK3464, m.nt. R.P.C. Cornelisse
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 september 2003
- Magistraten
Zuurmond; Brunschot, van; Vliet, van; Bavinck; Berge, van den
- Zaaknummer
37 450
- Noot
R.P.C. Cornelisse
- LJN
AK3464
- JCDI
JCDI:ADS234758:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting (V)
Vennootschapsbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AK3464, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑09‑2003
- Wetingang
Art. 18 Wet IB 1964
Essentie
Aanvaardingsclausule in het kader van art. 18 Wet IB 1964 kent geen fatale termijn van twee maanden
Samenvatting
Belanghebbende brengt de door hem gedreven onderneming op 31 maart 1995 in in een door hem opgerichte BV. Bij deze inbreng wenst hij gebruik te maken van de faciliteit van art. 18 Wet IB 1964. De door de inspecteur op verzoek afgegeven standaardvoorwaarden worden door belanghebbende evenwel niet binnen twee maanden na dagtekening van de vaststelling van de standaardvoorwaarden aanvaard. Het hof oordeelt dat belanghebbende alsdan niet tijdig de standaardvoorwaarden heeft aanvaard zodat de faciliteit van de geruisloze omzetting geen toepassing ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.