V-N 1996/4257, 7
FISCAAL BESTUURSRECHT. INVESTERINGSREKENING Navordering. Grootte investeringsclaim en wetenschap van grootscheeps onderzoek naar WIR-claims nopen inspecteur niet te twijfelen aan de aangifte. Met een overeenkomst waarbij X BV zich verplicht de voorgenomen bouw van een fabriek te zullen gunnen aan C heeft X BV geen verplichtingen aangegaan. Grove schuld. Pleitbaar standpunt. X BV mocht ervan uitgaan dat adviseur goed werk leverde
HR 13-12-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA3150, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 december 1995
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart
- Zaaknummer
30 699
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AA3150
- JCDI
JCDI:ADS23124:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA3150, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑12‑1995
- Wetingang
art. 16, 18 AWR, art. 61a (oud) Wet IB 1964
Essentie
FISCAAL BESTUURSRECHT. INVESTERINGSREKENING Navordering. Grootte investeringsclaim en wetenschap van grootscheeps onderzoek naar WIR-claims nopen inspecteur niet te twijfelen aan de aangifte. Met een overeenkomst waarbij X BV zich verplicht de voorgenomen bouw van een fabriek te zullen gunnen aan C heeft X BV geen verplichtingen aangegaan. Grove schuld. Pleitbaar standpunt. X BV mocht ervan uitgaan dat adviseur goed werk leverde
Samenvatting
X BV gaf op 10 februari 1988 een architect en een constructeur een opdracht ten behoeve van nieuwbouw van een specerijenfabriek. Het bouwterrein is in juli 1988 gekocht. Het bestek en de bouwvoorwaarden waren op 15 december ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.