BNB 2010/22
Beëindiging van rechtswege per 1 januari 2003 van fiscale eenheid met EG-dochtervennootschap. Weigering horizontale verrekening van (nadien geleden) verliezen van EG-dochtervennootschap is niet in strijd met EG-recht
HR 02-10-2009, ECLI:NL:PHR:2009:BF2230, m.nt. O.C.R. Marres
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 oktober 2009
- Magistraten
Lourens; Bavinck; Leemreis; Overgaauw; Loon, van
- Zaaknummer
08/00900
- Conclusie
A G Wattel
- Noot
O.C.R. Marres
- LJN
BF2230
- JCDI
JCDI:ADS889566:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting (V)
Europees belastingrecht (V)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BF2230, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑10‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BF2230, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 02‑10‑2009
- Wetingang
Essentie
Beëindiging van rechtswege per 1 januari 2003 van fiscale eenheid met EG-dochtervennootschap. Weigering horizontale verrekening van (nadien geleden) verliezen van EG-dochtervennootschap is niet in strijd met EG-recht
Samenvatting
Belanghebbende, X BV, in Nederland gevestigd, houdt alle aandelen in een Duitse GmbH, die aldaar onroerend goed exploiteert. X BV en de GmbH vormden met ingang van 1 januari 2002 een fiscale eenheid. Daaraan kwam per 1 januari 2003 van rechtswege een eind door de Wet herziening regime fiscale eenheid. In geschil is of het EG-recht meebrengt dat X BV niettemin het door de GmbH in 2003 geleden verlies ten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.