V-N 2003/16.32
MILIEUHEFFINGEN Grondwaterbelasting. Het tariefverschil tussen waterleidingbedrijven en andere onttrekkers van grondwater is gerechtvaardigd, onder meer door het tijdelijke karakter hiervan
HR 28-02-2003, ECLI:NL:HR:2003:AE0477, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 februari 2003
- Zaaknummer
37 091
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AE0477
- JCDI
JCDI:ADS902991:1
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Milieubelastingen (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AE0477, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑02‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AE0477, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑02‑2003
Essentie
MILIEUHEFFINGEN Grondwaterbelasting. Het tariefverschil tussen waterleidingbedrijven en andere onttrekkers van grondwater is gerechtvaardigd, onder meer door het tijdelijke karakter hiervan
Uitspraak
Het geschil betreft het op aangifte voldaan bedrag grondwaterbelasting over de maand november 1997.
De hofuitspraak is van Hof 's-Gravenhage, MK III, 30 maart 2001, nr. 98/2774.
Belanghebbende, X NV, die een waterleidingbedrijf uitoefent, heeft voor november 1997 aangifte gedaan van een te voldoen bedrag aan grondwaterbelasting van f 359 194. Bij de berekening van dat bedrag is X NV uitgegaan van een in november 1997 onttrokken hoeveelheid grondwater van f 1 056 454 kubieke meter en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.