FED 2002/594
HR, 04-10-2002, nr. 37 401
HR 04-10-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE8368
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 oktober 2002
- Zaaknummer
37 401
- LJN
AE8368
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AE8368, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑10‑2002
- Wetingang
Samenvatting
Navorderingsaanslag. Fiscale woonplaats. Als inspecteur voor opleggen van de primitieve aanslag onderzoek instelt wegens twijfel over juistheid van de aangifte en voor de uitkomst daarvan een aanslag oplegt, is sprake van een ambtelijk verzuim.
Uitspraak
Tot eind juni 1991 woonden belanghebbende, X, en zijn echtgenote te Q. Op 1 juli 1991 hebben zij zich aldaar laten uitschrijven met bestemming Andorra. X heeft op een zogenoemd C-biljet aangifte gedaan van een binnenlands vermogen per 1 januari 1992 van ƒ 196.000, en daarbij aangegeven sinds 2 juli 1991 te wonen in Andorra. De aanslag vermogensbelasting voor 1992 is, onder dagtekening ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.