FED 2004/609
HR, 22-10-2004, nr. 40 269
HR 22-10-2004, ECLI:NL:HR:2004:AR4374
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 oktober 2004
- Zaaknummer
40 269
- LJN
AR4374
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AR4374, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑10‑2004
- Wetingang
Art. 29, eerste lid, onderdeel a, Wet OB 1968
Samenvatting
Hof Arnhem mocht aanbod tot getuigenbewijs niet ongemotiveerd passeren.
Uitspraak
Volgens de Hoge Raad had Hof Arnhem het door belanghebbende gedane aanbod om door middel van getuigen te bewijzen dat geen sprake was van verrekening, niet ongemotiveerd mogen passeren. Het is immers niet uitgesloten dat de getuigenissen tot een ander oordeel zou hebben geleid bij de beoordeling van de relevante vraag of de schuld van E NV aan X BV met de vordering van E NV op F vereffend was. Bij vereffening zou X BV geen recht hebben op teruggaaf van omzetbelasting.
Belanghebbende, X BV, is een farmaceutische ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.