FED 1999/545
HR, 24-08-1999, nr. 34 514
HR 24-08-1999, AA2844 (Conclusie)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 augustus 1999
- Zaaknummer
34 514
- LJN
AA2844
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
Conclusie, Hoge Raad, 31‑12‑2001
ECLI:NL:HR:1999:AA2844, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑08‑1999
- Wetingang
Art. 3, eerste lid, onderdeel e, en art. 3, tweede lid, eerste volzin, Wet OB 1968; art. 5, eerste lid, art. 5, derde lid, aanhef en onderdeel b, art. 13, onderdeel B, aanhef en onder b, art. 13, onderdeel C, aanhef en onder a, en art. 27, eerste lid, Zesde richtlijn
Uitspraak
Vruchtgebruik ten behoeve van stichting. Geen vereenzelviging. Terugwerkende kracht. Lichamelijke zaak? Reikwijdte 'verhuur en pacht'? Machtiging vereist? Prejudiciële vragen.
De rechtsvoorgangster van belanghebbende, X, een woningbouwvereniging, richtte bij notariële akte van 28 april 1995 Stichting A op. Op dezelfde datum vestigde X bij notariële akte ten behoeve van A voor tien jaar een recht van vruchtgebruik, gevestigd op drie complexen huurwoningen (nieuwbouwwoningen) tegen een vergoeding die lager is dan de kostprijs van de nieuwbouwwoningen. X deed aangifte, waarin zij de ter zake van de levering van het vruchtgebruik aan de stichting in rekening gebrachte omzetbelasting als verschuldigd aangaf ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.