V-N 1996/2901, 25:OMZETBELASTING. ALGEMENE BEGINSELEN VAN BEHOORLIJK BESTUUR Invoer. Aangiften door douane-expediteur. Geconstateerde onregelmatigheden. Vertrouwensbeginsel. Vorderen belasting in strijd met redelijkheid en billijkheid

V-N 1996/2901, 25

OMZETBELASTING. ALGEMENE BEGINSELEN VAN BEHOORLIJK BESTUUR Invoer. Aangiften door douane-expediteur. Geconstateerde onregelmatigheden. Vertrouwensbeginsel. Vorderen belasting in strijd met redelijkheid en billijkheid

Documentgegevens:

HR 08-07-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA1912, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws

Instantie: Hoge Raad
Datum: 8 juli 1996
Magistraten: Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaarts; Moor, de; Putt-Lauwers, van der
Zaaknummer: 30 878
Noot: Redactie Vakstudie Nieuws
LJN: AA1912
JCDI: JCDI:ADS898063:1
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1996:AA1912, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑07‑1996
Wetingang: Art. 22 en 23 Wet OB 1968, art. 98, 129 en 220 AWD en art. 17 Wet ARB

Essentie

Samenvatting

Belanghebbende, X BV, deed in de periode van 6 december 1990 t/m februari 1991 in opdracht van A 24 maal een aangifte ten invoer van compact discs. Op de aangiften werd als geadresseerde vermeld B BV. Op de aangiften werd het aan B BV toegekende codenummer (art. 23 Wet OB 1968) vermeld. Dit had tot gevolg dat de ter zake van de invoer van de goederen verschuldigde omzetbelasting niet op de voet van art. 22 Wet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.