FED 1999/478
Verzoek om herziening van een rechterlijke uitspraak dient binnen redelijke termijn te worden ingediend. Zestien maanden is niet redelijk
ABRvS 16-03-1999, ECLI:NL:RVS:1999:AG8994
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
16 maart 1999
- Magistraten
Does, van der; Wagtendonk, van; Buuren, van
- Zaaknummer
H01.98.1831
- LJN
AG8994
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:1999:AG8994, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 16‑03‑1999
- Wetingang
Art. 6:12 en art. 8:88 Awb
Essentie
Verzoek om herziening van een rechterlijke uitspraak dient binnen redelijke termijn te worden ingediend. Zestien maanden is niet redelijk
Uitspraak
2.1 Ingevolge art. 8:88 lid 1 Awb in samenhang met art. 36 lid 1 Wet RvS, kan de Afdeling op verzoek van een partij een onherroepelijk geworden uitspraak herzien op grond van feiten en omstandigheden die:
a. hebben plaatsgevonden vóór de uitspraak,
b. bij de indiener van het verzoekschrift vóór de uitspraak niet bekend waren en redelijkerwijs niet bekend konden zijn, en
c. waren zij bij de Afdeling eerder bekend geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.