V-N 1996/2374, 22
OMZETBELASTING Politie-auto, inrichting en uiterlijke kenbaarheid. Bijzondere verbruiksbelasting van personenauto's
HR 17-04-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA1953, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 april 1996
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Moor, de; Putt-Lauwers, van der
- Zaaknummer
31109
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AA1953
- JCDI
JCDI:ADS897938:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA1953, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑04‑1996
- Wetingang
art. 50 Wet OB 1968 (tekst 1991)
Essentie
OMZETBELASTING Politie-auto, inrichting en uiterlijke kenbaarheid. Bijzondere verbruiksbelasting van personenauto's
Samenvatting
De eis voor vrijstelling van de BVP voor een politie-auto dat deze als zodanig uiterlijk kenbaar moet zijn, vindt geen steun in de tekst van de wetsbepaling noch in de geschiedenis van de totstandkoming daarvan. De auto voldoet aan de voorwaarde dat hij kennelijk is ingericht om te worden gebruikt door de politie.
Uitspraak
Het geschil betreft de naheffingsaanslag Bijzondere verbruiksbelasting van personenauto's over het tijdvak oktober 1991. De hofuitspraak is van Hof Amsterdam, EK III, 8 februari 1995, nr. 93/5418.
Vaststaande feiten (ontleend aan de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.