FED 1994/112
Verliezen en winsten die voortvloeien uit het verloop van de waarde van een verplichting om in de toekomst bepaalde goederen te leveren, zijn aan te merken als het resultaat van zelfstandige transacties in de vermogenssfeer. Het begrip 'kosten' zou buiten zijn grenzen worden uitgebreid, indien zodanige resultaten daaronder mede zouden worden begrepen. De termijntransacties staan niet in een zodanig rechtstreeks verband met de deelnemingen dat zij dienen te worden gerekend tot de voordelen als bedoeld in art. 13, eerste lid, Wet Vpb. 1969.
HR 17-11-1993, ECLI:NL:HR:1993:BH8760, m.nt. P.M. Verhagen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 november 1993
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Moor, de; Putt-Lauwers, van der
- Zaaknummer
28 818
- Noot
P.M. Verhagen
- LJN
BH8760
- JCDI
JCDI:ADS213351:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:BH8760, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑11‑1993
ECLI:NL:PHR:1992:12, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑12‑1992
- Wetingang
Art. 13 Wet Vpb. 1969
Essentie
Verliezen en winsten die voortvloeien uit het verloop van de waarde van een verplichting om in de toekomst bepaalde goederen te leveren, zijn aan te merken als het resultaat van zelfstandige transacties in de vermogenssfeer. Het begrip 'kosten' zou buiten zijn grenzen worden uitgebreid, indien zodanige resultaten daaronder mede zouden worden begrepen. De termijntransacties staan niet in een zodanig rechtstreeks verband met de deelnemingen dat zij dienen te worden gerekend tot de voordelen als bedoeld in art. 13, eerste lid, Wet Vpb. 1969.
Uitspraak
Het geschil betrof aanslag vennootschapsbelasting 1983.
Vaststaat:
3.1. Belanghebbende is een houdstermaatschappij van een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.