V-N 2004/55.29
BELASTINGEN VAN RECHTSVERKEER Overdrachtsbelasting. Inbreng onroerende zaken in commanditaire vennootschap en toepassing inbrengvrijstelling
HR 15-10-2004, ECLI:NL:HR:2004:AI0676, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 oktober 2004
- Magistraten
Pos; Zuurmond; Amersfoort, van; Leemreis; Maanen, van; Groeneveld
- Zaaknummer
38059
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AI0676
- JCDI
JCDI:ADS904152:1
- Vakgebied(en)
Belastingen van rechtsverkeer / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AI0676, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑10‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AI0676, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑10‑2004
- Wetingang
Art. 15, eerste lid, onderdeel e, WBR
Essentie
BELASTINGEN VAN RECHTSVERKEER Overdrachtsbelasting. Inbreng onroerende zaken in commanditaire vennootschap en toepassing inbrengvrijstelling
Samenvatting
Op 30 juni 1997 zijn belanghebbende, X BV, G BV en een tiental andere vennootschappen een commanditaire vennootschap aangegaan, F CV. X BV en G BV treden daarbij op als beherende vennoten en de overige vennootschappen als commanditaire vennoten. Tegelijkertijd hebben alle contractpartijen een participatieovereenkomst gesloten. Daarin is aangegeven dat de commanditaire vennoten aan F CV onroerende zaken met een waarde van f 183 000 000 (€ 83 042 000) leveren. De inspecteur heeft X BV een naheffingsaanslag overdrachtsbelasting van f 5 490 000 (€ ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.