V-N 2006/14.18
VENNOOTSCHAPSBELASTING. EUROPEES RECHT Zaak CLT UFA. Vrijheid van vestiging. Duitse regeling waardoor v.i.-winst van buitenlandse vennootschap tegen hoger tarief belast is dan winst van in Duitsland gevestigde dochtervennootschap, die winst uitkeert aan buitenlandse moedervennootschap, is strijdig met vrijheid van vestiging
HvJ EG 23-02-2006, ECLI:EU:C:2006:129, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
23 februari 2006
- Magistraten
Rosas; Malenovský; Puissochet; Von Bahr; Lõhmus
- Zaaknummer
C-253/03
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AV5213
- JCDI
JCDI:ADS18245:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2006:129, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 23‑02‑2006
- Wetingang
Art. 52 (thans art. 43) en art. 58 (thans art. 48) EG-verdrag
Essentie
VENNOOTSCHAPSBELASTING. EUROPEES RECHT Zaak CLT UFA. Vrijheid van vestiging. Duitse regeling waardoor v.i.-winst van buitenlandse vennootschap tegen hoger tarief belast is dan winst van in Duitsland gevestigde dochtervennootschap, die winst uitkeert aan buitenlandse moedervennootschap, is strijdig met vrijheid van vestiging
Samenvatting
CLT UFA SA is een in Luxemburg gevestigde vennootschap met een vaste inrichting in Duitsland. Voor de in Duitsland belastbare winst van deze vaste inrichting geldt een belastingtarief van 42%. Zou CLT UFA SA haar activiteiten in Duitsland via een dochtervennootschap hebben uitgeoefend, dan zou voor de aldaar behaalde belastbare winst, afhankelijk van het moment waarop deze ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.